Wat wil ik nou écht? – De duik van deze zomer!
Wat een zomer! En ze is niet eens voorbij ????
Op de allereerste vakantiedag had ik een afspraak bij de osteopaat. Liene ging met me mee, achterop de fiets. Op de terugweg fietsten we door het Bossche Broek, een natuurgebied dat grenst aan Den Bosch. Ik zag een man lopen en aan zijn houding en zijn hoed herkende ik hem meteen: Cor Versteeg. Ruim 15 jaar geleden leerde ik hem kennen, toen ik nog studeerde en als bijbaantje hoofdredacteur was van de Straatkrant van Den Bosch. Cor maakte destijds illustraties voor de krant. Een interessante man, die in de jaren zeventig een hit had met zijn zanggroep Passe-partout. Even dacht ik: ik fiets voorbij, hij kent mij toch niet meer. Toch remde ik. Ik kon niet anders.
Hij herkende me niet. Dat is ook niet gek, want hij is inmiddels 88, vertelde hij. “Ik loop hier iedere dag mijn ronde”, zei hij wijzend naar de velden om ons heen. “Dat is mijn meditatie”.
Ik legde Liene uit dat deze meneer vroeger een heel mooi liedje had met een tekst die heel, heel wijs is. En ik zette het lied in, op die nog stille maandagochtend, aan het begin van onze vakantie. Ik had nog geen idee dat die eerste zin uit dat lied eigenlijk een belangrijk antwoord was op de vraag die ik al weken in mijn hoofd had: wat wíl ik nou eigenlijk écht?
De dag erna vertrok ik alleen naar Hongarije, waar ik op bezoek ging bij een vriendin. Daar wandelde ik, zat ik, praatte ik, was ik stil. Kwam ik helemaal terug bij mezelf en herinnerde ik me dat ik daar altijd kan zijn. Dat alles in mij zit en ik overal of juist nergens heen hoef om écht bij mezelf te zijn. Om me vrij te voelen, vrij te Zijn.
Ik had weer inspiratie en zin. Om te schrijven, te fotograferen, beeld te maken, filmpjes zelfs. Om te MAKEN, te creëren. Boeken, tijdschriften, invulboekjes en cursussen. Ik merkte dat ik op een nieuw pad was beland. Een nieuwe bladzijde in mijn routeboek. Een pad dat ik herken van vroeger, maar waar ik, vanwege alles wat ik de afgelopen jaren geleerd en gedaan heb voor mezelf en anderen, veel steviger sta. Klaar om te gaan lopen, op mijn tempo, mijn manier.
Thuis bezocht ik in een opwelling een schrijfcafé, waar ik na de eerste schrijfopdracht werd bevestigd in mijn gevoel. Wat houd ik van schrijven, van toveren met taal. Wat word ik blij van mooie woorden en zinnen. Wat houd ik van de betekenis ervan, én óók, van de betekenis van de ruimte tússen de woorden.
Op de camping in Drenthe was er eerst weer onrust. (Ik weet toch weer wat ik wil, aan de slág dus!) Ik merkte dat ik alle sleutels voor een leven in goud in handen heb. Dat ik zélf verantwoordelijk ben of ik ze gebruik of niet. Dat ik kiezen kan met wat voor bril ik naar mijn leven kijk. Een grijze, roze of gouden. Dat ik mag besluiten er te Zijn. Hier. En. Nu. In welke kleur ik maar wil. Iedere dag weer.
Vanaf mijn campingstoeltje genoot ik van de zon, de spelende kinderen, mijn lief, de nieuwe ontmoetingen en mijn stille wandelingen. Gisteren, de aller- allerlaatste vakantiedag, maakte ik een oefenritje naar de school van Liene. Ze zat dit keer niet achterop, maar fietste zélf. Nog wat wiebelend, maar vol concentratie en met een trotse lach op haar gezicht. En ik dacht terug aan hoe het begon op die stille maandagmorgen, aan het begin van de vakantie.
“Deze meneer heeft een heel mooi liedje geschreven, Liene”, zei ik. Het was heerlijk fris, de lucht hing vol met kansen. Ik zong. En Cor Versteeg en ook Liene, zongen met me mee.
“De doodgewoonste dingen, die brengen mij tot zingen…” Cors ogen glinsterden, ik had een brok in mijn keel. Mijn hart vulde zich met hoop en vertrouwen. Ik wist nog niet wat ik nu weet, maar ik wist dat het goed was. Ik bedankte hem, voor deze mooie ontmoeting en stapte op de fiets, klaar om naar huis te fietsen. Tot ik aan mijn linkerhand de Zuiderplas voelde roepen. Het zand en het water trokken en ik parkeerde mijn fiets tegen een boom.
“Ik wil zwemmen!”, riep Liene.
“Dat mag,” zei ik en blij verrast sprong Liene in haar onderbroek het water in.
“Ik heb geen handdoeken bij me hoor!”, riep ik nog. En ik voelde in mezelf: wat wil ik nou écht?
Ik trok mijn jurk over mijn hoofd, en dook haar achterna.
–
En oja, het liedje. In karaoke-versie, dan kun je meezingen 😉