Schuld in het licht
‘Vergeef ons onze schulden…’
Gelovig opgevoed of niet, dit zinnetje met de hele riedel die ervoor en erachteraan komt, herkent iedereen. Schuld lijkt een van de grootste obstakels in het leven, en een van de moeilijkste hindernissen om te overwinnen.
Schuld gaat altijd samen met pijn en angst en ook met verdriet om dingen die je wel of niet en hopelijk ooit nog ja of nee. Zoiets. Want schuld is vaag en sluimert altijd op de achtergrond. Denk je net lekker bezig te zijn met je leven, hakt de schuld er weer eens in.
Om een kind dat je huilend bij de kinderopvang achterlaat.
Om een oma die je veel te weinig spreekt.
Om een vriendin die je al te lang niet gevraagd hebt naar hoe het écht met haar
gaat.
Om dingen die je ooit hebt gedaan, of gezegd.
Of simpelweg, om de zooi in je huis.
Achter al die schuld, zitten oordelen. Oordelen over hoe het beter kan. Nee, beter móet. Want als je tevreden was met hoe het gaat, hoefde je je niet schuldig te voelen. Schuld is een totaal overbodige emotie. Een laag vibrerende emotie die de liefde voor jezelf, en daarmee ook voor anderen, blokkeert. Maar hoe leren we ermee dealen?
Afgelopen zomer, ik weet het nog goed. Mijn bijna-kleuter was toe aan een nieuwe uitdaging. Ze wilde liever niet meer naar de kinderopvang, ze wilde naar school. Maar dat kon nog niet. Die ochtend had ze haar zinnen op iets gezet. Ze wilde per se nog iets doen voor we zouden gaan. En als mijn dochter iets wil, dan gaat ze ervoor.
Ze had me dus al op de kast gejaagd. Door zonder kleren aan tóch door te spelen. Door tijdens het aankleden, zich als een plumpudding op de grond te storten en totaal niet mee te werken. Door daarna met haar armen en benen te gaan slaan, zodat ik nog meer moeite kreeg haar broek omhoog te hijsen. Door nadat dat eindelijk was gelukt, weg te rennen en op het bed te gaan springen, en haar broek weer uit te doen.
Ik had het geprobeerd. Ik had in- en uitgeademd, tot tien geteld, was lief geweest en streng. Ik keek op de klok en voelde me ellendig. Ik dacht aan het boek over geweldloze communicatie dat ik aan het lezen was en probeerde me te herinneren wat daar in Godsnaam ook alweer in stond. Want ik deed zó mijn best. Waarom luisterde ze niet naar mij? En ik verloor mijn geduld.
Iets te hardhandig pakte ik haar bij haar bovenarm, precies op dat ene pijnlijke plekje. Ik liet haar meteen ook los, omdat ik dacht: dit wil ik niet, maar ik was zó woedend dat ik tegen haar schreeuwde dat ze op moest schieten. Dat zorgde voor een terug schreeuwende dochter die zich grommend met gebalde vuisten tot mij richtte. Wat ik vervolgens totaal negeerde en hardhandig haar trui over haar hoofd trok. Met een huilend en intens verdrietig kind als gevolg. En een intens verdrietige moeder als gevolg.
In de auto was ik stil. Ik luisterde naar het snikken van ons beiden. Nadat ik haar had afgezet in het kinderdagverblijf, biggelden de tranen over mijn wangen. Alle energie leek weg te stromen uit mijn lichaam, ik voelde me dood- en doodmoe. Thuis plofte ik neer op de bank en huilde ik nog harder. Ik wil zo niet zijn. Ik wil haar zo niet behandelen. Ik wil haar dit niet leren, er zijn andere oplossingen die liefdevoller en fijner zijn. Ik balde mijn vuisten en sloeg in een kussen. En ik riep: help me dan toch! Ik wil dit niet! En ik ademde in en uit.
Ik zat daar en ademde, keerde me even in mezelf. En ineens voelde ik een opening. Een beetje mededogen. Want ja, ik deed mijn best en ja, ik ben ook maar een mens. Ik wil het zo graag goed doen, en doe daar alles voor. Ik voelde me al iets lichter, en ik legde mijn armen om me heen. Ik omarmde mezelf en mijn slecht zijn, mijn gruwelijkheid. Ik wiegde me zachtjes heen en weer.
Toen zei ik het hardop tegen mezelf, en de tranen rolden over mijn wangen:
Ik vergeef mezelf, ik vergeef mij voor wat er vanmorgen gebeurde. Ik vergeef
mij voor mijn harde knijpen in haar arm, mijn ongeduld en mijn geschreeuw. Ik
vergeef mij voor dat ik moeite had mijn grenzen eerder aan te geven. Ik vergeef
mij voor het feit dat ik niet meer wist hoe het aan te pakken. Ik vergeef mij
voor mijn machtsstrijd. Ik vergeef mijzelf. En ik voelde de pijn en angst door
mijn benen en voeten de aarde in gaan.
Maar ik was nog niet klaar…
Ik vergeef mijzelf voor alle keren in mijn leven dat ik schreeuwde, en iets te hardhandig was. Ik vergeef mij voor alle momenten dat ik mijn geduld verloor en mijn angst de overhand liet hebben.
Maar nóg was ik niet klaar…
Ik vergeef mij voor alle momenten in de toekomst die ooit nog gaan komen misschien, waarin ik mijn geduld verlies, wellicht harder schreeuw dan nodig is, voor alle momenten waarop ik anderen pijn zal doen, ook al wil ik dat niet. Ik vergeef mijzelf.
Ik ademde in en uit en voelde me herboren.
Die middag voerde ik een rustig gesprekje met mijn dochter over wat er was gebeurd, en zeiden we allebei ‘sorry’. Vergaven we elkaar. Die middag nam ik me voor dat schuld niks brengt, alleen maar oude pijn oprakelt. Ik voelde dat dat wellicht kan gebeuren, maar dat ik die pijn dan in het Licht mag zetten. Gewoon, zelf. Door mijzelf te vergeven. En daarna de ander.
Ik wens jou licht. Dat je je al je schulden mag vergeven, zoals jij ook aan anderen hun schuld vergeeft. Dat je je verlost van het kwade.
Jij mag kiezen, jij mag dat doen. Jij zelf. Jij bent de schepper van jouw verhaal, jouw leven.
Dat je het donker en daarmee het licht in jou mag omarmen.
Fleur
6 mei 2019 @ 11:24
Mooi. De zelfreflectie en daarna weer verbinding. Het samen met je kind tot nieuwe inzichten komen. Positieve energie.
“Vergeef ons onze schuld”, zou ik willen ombuigen naar: “Vertraag, voel, haal adem, wat heb je nodig om jezelf te kunnen vergeven?”
Marieke
10 mei 2019 @ 11:19
JA! Dat is zeker waar. Vertraag voel, haal adem… wat heb je nodig. Heel mooi, dankjewel.